De os en ezel.
Zij behoren tot de eerste getuigen van de geboorte van Jezus. Ze zijn al te zien op de vroegste afbeeldingen. Ze komen niet voor in het Kerstevangelie, maar stammen uit het Oude Testament. Naar het woord van de profeet Jesaja: “De os kent zijn eigenaar, een ezel de krip van zijn meester, maar Israël weet van niets, mijn volk heeft geen begrip.” Later worden de dieren ook genoemd als symbool voor het jodendom (de os) en het heidendom (de ezel). Omdat de os ook wordt gezien als een “rein” dier, wordt hij meestal aan de kant van Maria gezet in de stal en de ezel bij Jozef.

Nog een leuk weetje: volgens één van de etymologische verklaringen is het woord “schorriemorrie” mogelijk ontleend aan het Jiddisch. Het Hebreeuwse “sjorim we chamorim”(ossen en ezels) zou aan de basis liggen.

Naast de os en ezel zien we ook veel andere dieren in de kerststal:

Allereerst zijn daar de herders met hun schapen. Maar ook geiten behoren soms tot de kudde. Lammeren en schapen zijn van oudsher bekend als offerdieren en staan symbool voor onschuld en geduld. Symbolisch staan schapen ook voor mensenzielen. Jezus wordt ook wel het “Lam Gods” genoemd en in oude kerstgroepen ligt soms een offerlam voor de kribbe, om te laten zien wat dit Kind nog te wachten staat.

In het Erzgebirge Duitsland, zien we ook reeën bij de herders.
Bij herders en schapen hoor ook de hond. De hond is een van de oudste huisdieren en staat symbool voor trouw.

De Drie Koningen brengen ieder hun eigen vervoermiddel mee. De kameel, ook wel het schip der woestijn genoemd, staat voor goede waarneming, gehoorzaamheid en genoegzaamheid en vertegenwoordigt het werelddeel Azië. De Olifant, staat voor kracht, uithoudingsvermogen en geduld en vertegenwoordigt het werelddeel Afrika. (In andere landen zijn deze werelddelen soms verwisseld en dan is de olifant van de Aziatische soort en heeft dus kleine oren.) Het paard, het trotse, koninklijke dier , vertegenwoordigt het werelddeel Europa.

In het Alpengebied (voordat kamelen bekend waren) verschenen de paarden al heel vroeg als rijdier voor alle drie de koningen.  Ze hadden drie kleuren:  de witte schimmel voor Melchior, het bruine paard voor Balthasar en het zwarte voor Caspar.

De duif staat symbool voor vrede. Ook de Heilige Geest wordt vaak afgebeeld als een witte duif. Duiven werden ook gebruikt als offerdier. (Lucas 2,24) Bij de toewijding van Jezus in de tempel: “Ook wilden ze het offer brengen dat de wet van de Heer voorschrijft: een koppel tortelduiven of twee jonge gewone duiven.

De gans komt veel voor in de Kerstgroepen in Italië, Frankrijk en Tsjechië en staat symbool voor de ziel, trouw en waakzaamheid.

De uil vinden we soms ook in de Kerstgroep en staat symbool voor wijsheid.

De haan maakt veelal deel uit van de Kerstgroep in Portugal. Aan de haan, het nationaal symbool van Portugal, zit een legende verbonden van een pelgrim die op doorreis naar Santiago de Compostella aan komt in het stadje Barcelos, in de Minho. Hij wordt hier valselijk beschuldigd van diefstal. Tegenover de rechter houdt de pelgrim vol dat hij onschuldig is. De rechter, die een gebraden haan aan het verorberen is, veroordeelt hem toch. Hierop voorspelt de pelgrim dat de haan op het bord van de rechter drie keer zal kraaien als bewijs van zijn onschuld. Op het moment dat men de pelgrim wil ophangen, kraait de haan inderdaad en wordt de pelgrim vrijgelaten. De haan staat symbool voor onvoorstelbaar veel geluk. Ook wordt de haan gezien als een verwijzing naar de verloochening van Jezus door Petrus.

In kerstgroepen uit Tsjechië is bijna altijd een karper te vinden. De karper is, zoals bij ons een kalkoen of konijn, een dier dat veel met kerst wordt gegeten. Hij moet wel vers zijn dus wordt hij thuis in een badkuip, tot kerst, in leven gehouden.

Het varken staat symbool voor vruchtbaarheid en welvaart en is soms te vinden in de Italiaanse Kerstgroep.

De lama vinden we in de Peruaanse Kerstgroep, soms in plaats van de os en ezel.

In de Afrikaanse landen zijn os en ezel ook vervangen door bekendere dieren aldaar, een karbouw en een tapir bijvoorbeeld en ook de giraf en zebra komen weleens voor.

Zo heeft iedere cultuur zich het Kerstverhaal “eigen” gemaakt.